Gastheer is de drummer van de band, Karel Mombarg uit Oosterhout. De bezetting bestaat verder uit Jan Gerrits, slaggitaar, Hans Luinge sologitaar, Jan Rensink basgitaar en Fred Ueffing, leadzanger.
Kort na ons melden de andere leden zich ook bij Karel. Alleen Hans kan er niet bij zijn. Iedereen wordt even enthousiast begroet door Bo de Labradoodle en het is meteen ouwe jongens krentenbrood. Fred komt helemaal uit ‘s Heerenberg, Jan Rensink uit Molenhoek, Jan Gerrits woont in Ewijk en Hans Luinge in Arnhem. Ze repeteren in een oude school in Ewijk.
Spreek je de naam nou uit als Fást Lane of Fèst Lane?
Na enige discussie verduidelijkt Jan Gerrits: ‘Wij spelen muziek uit de periode jaren 60 tot 80. Het reperoire bestaat uit songs van o.a. Dire Straits, Police, The Beatles en The Rolling Stones. En we zijn allemaal nogal Eagles-fans. Zij hebben een song met de titel ‘Life in the Fast Lane’. Dat werd ons openingsnummer. Als bandnaam klonk het ook leuk, dus die hebben we gelijk geregistreerd.’ En het is Amerikaans, vult Fred aan, dus Fèst Lane it is.
Karel en Jan Gerrits maakten voorheen deel uit van Major Dundee. ‘Karel drie jaar en ik 28, lacht Jan. ‘Maar toen Major Dundee stopte, begon het na een half jaar weer te kriebelen. Dat was in 2006. Ik belde Karel of hij zin had om weer muziek te maken. Wat moet ik dan doen zei Karel. Ik zei dat moet jij weten… Want hij kan drummen en gitaar spelen. Maar hij heeft een hele mooie tweede stem, daar was het me om te doen, dus het instrument maakte niet zoveel uit.’ Karel vervolgt: ‘ik vroeg wat voor muziek dan, country? Nee, zei-tie. Een bietje pop rock, een bietje joare 60-70 of zo. Ik zei: ik kom d’r oan!
Toen moesten we alleen nog een bassist, een leadzanger en een sologitarist hebben. Nou, Hans Luinge hadden we al gauw gevonden, daar heb je van die sites voor, je zegt wat je zoekt en dan reageren muzikanten. Met Hans klikte het meteen. De rest wisselde een tijdje en uiteinde- lijk werd het de huidige bezetting.
Nadat een aantal zangers de revue gepasseerd waren, kwam Fred in 2010 als leadzanger. Hij speelt ook mondharmonica, toetsen en wat percussie.’ Ik was altijd al Beatles-fan, zegt Fred. ‘ Als je vijftien bent in 1985 en je bent Beatles-fan, dan loop je een beetje uit de pas. Maar dat heb ik altijd al gedaan. Deze band sprak mij dus aan. Mijn eerste optreden was bij Beuningen on Ice. Daar hebben we vaak gespeeld. Elk jaar staat daar een grote tent met een ijsbaan en een liveband, erg leuk. En alles staat klaar, je kunt zo inprikken en spelen. Wij staan overigens niet op de schaats hoor!’
van links naar rechts: Jan Gerrits slaggitaar, Hans Luinge sologitaar, Karel Mombarg drums, Fred Ueffing Zang, Jan Rensink Basgitaar.
Jan Rensink de bassist, is er nu vier jaar bij. ‘Ik heb eerst in een feest- band gezeten. Daar moest je alles kunnen spelen. Op een bepaald moment had ik dat wel gezien. De optredens waren wel leuk hoor, maar de muziek sprak me niet zo aan. Ik had meer met de oude muziek, jaren 60 en 70. Zo kwam ik hier terecht.’
Hoe kiezen jullie de nummers die je wilt spelen?
‘We nemen alleen nummers op in ons repertoire waar iedereen helemaal achter staat’, zegt Jan Gerrits. Iedereen brengt ideeën in en dan bekijken we wat speelbaar is. En de zanger moet het natuurlijk ook kunnen behappen. We kunnen veertig nummers per avond spelen.
Na een tijdje vervangen we er een aantal. En, ook niet onbelangrijk, wij doen alles live en uit ons hoofd zonder elektronische keyboards, kastjes en kunstjes met voorgeprogrammeerde muziek. Ook geen standaard met teksten of andere hulpmiddelen. Dat vinden we geen gezicht. We doen dus alles uit ons hoofd en de zanger moet dus veertig liedjes uit zijn kop kennen.
Een tijdje terug hebben we weer een paar nummers geselecteerd zoals Still Loving You van The Scorpions, Radar Love van The Golden Earring, Never Be Clever van Herman Brood en Rosalyn van Vitesse. Daarvan bekijken en beluisteren we wat speelbaar is en de zanger moet het natuurlijk ook kunnen behappen.’
Hij kan ontiegelijk hoog hoor, snoeft Jan Gerrits. ‘Ja, hij kan Queen zin- gen, dan kun je hoog, doet Karel er nog een schepje bovenop. Ik ben van huis uit tenor, verduidelijkt Fred. Maar songs als Message in a Bottle en So Lonely zijn wel erg hoog, dan moet ik wel even een slokje water tussendoor.’
Jan Rensink vervolgt: ‘als we eenmaal een keuze hebben bepaald dan studeren we onze eigen partij thuis in en dan komen we samen om het uit te proberen. Met de repetities wordt er nog wel wat bijgeschaafd. Jan Gerrits neemt in zijn studiootje de stemmen op en mailt ze naar de rest van de groep. ’ Ja, zegt Karel, ‘dat werkt goed. Jan heeft daar een heel goed oor voor, hij deed dat ook altijd bij de Major Dundeeband. En de combinatie van stemmen is wel een sterk punt van ons.’
Hoe lang studeren jullie gemiddeld op een nummer?
‘Jan Gerrits neemt het woord: ‘dat verschilt nogal hè? Het ene speel je makkelijk weg en bij het andere duurt het wel even voordat het goed zit. Met Stairway to Heaven bijvoorbeeld, zijn we wel een paar maandjes zoet geweest, dat is een heel ingewikkeld en lang stuk, maar een nummertje van Creedence zit na een keer al bijna goed. We repeteren stan- daard een keer per week en iedereen bereidt het thuis hartstikke goed voor, dus als we bij elkaar komen, dan is het nummer eigenlijk al bijna klaar.’ Fred vindt dat als iedereen een nummer leuk vindt dan zit het er ook sneller in, ook al is het moeilijk.
‘Karel vult nog aan: Hans is een perfectionist met die gitaarsolo’s, hij speelt alles ook perfect na. Hij gaat altijd voor puur gitaar, geen key- board erbij. Hans wil het zo origineel mogelijk. Geen voorgeprogrammeerde muziek.’
Hoeveel optredens hebben jullie zo per jaar?
Te weinig! roepen ze in koor. ‘Dat wisselt natuurlijk. Het ene jaar is het drukker dan het andere, maar tot nu toe is het dit jaar mager. Ons eerste optreden is op Koningsdag en dan wel elke maand ergens maar meestal is het een keer of twee drie in de maand. Op 7 juli spelen we in de buurt, bij de Classic TT in Elst, op het bedrijventerrein. Daar hebben we nu een keer of vier in een tent gezeten.
De eerste set moeten we wel door het geraas van de motoren heen spelen. Verder spelen we veel in café’s in Maas en Waal, in Brabant en met de Vierdaagse. Dan sta je natuurlijk wel leuk in de kiekerd.’
Waarin onderscheiden jullie je?
Fred zegt dat elk bandlid afzonderlijk heel erg goed is in wat hij doet.’ En onze stemmen doen het samen ook heel goed. ‘Ik denk dat als wij individueel bij een andere band gaan spelen dan worden die er stuk voor stuk altijd beter op. Dat is gewoon zo. En onze samenstelling zoals die nu is, loopt erg lekker. Ik vind dat wij net iets beter zijn dan de meeste coverbands.’
Zijn er nog verbeterpuntjes?
Ze vinden dat er nog wel gewerkt kan worden aan de interacties met het publiek. ‘Wij zijn nog te bescheiden.’ ‘Maar onze nummers lenen zich daar ook niet zo voor’, vindt Fred. En reclame maken doen we met kaartjes. ‘Maar we worden veel terug gevraagd, dus dat is een goed teken!’
Wat doen jullie eigenlijk in het dagelijks leven?
Jan Gerrits is al negen jaar gepensioneerd maar hij werkt nog in een muziekwinkel, repareert gitaren en geeft gitaarles. Jan Rensink geeft gitaarles en basgitaarles en Fred probeert mensen beter te laten zingen, zoals hij zegt, en hij werkt in het detailhandel management. Hans is manager bij een callcenter en geeft ook gitaarles. Karel werkt in de metaalindustrie maar mag net als Jan Gerrits over negen maanden met pensioen.
Wat is een favoriet nummer van jullie lijst?
Jan en Karel gaan voor Stairway to Heaven van Led Zeppelin en Jan Rensink Message in a Bottle van the Police. Fred moet lang denken. ‘Ik vind alles leuk. Brown Sugar is wel een leuk nummer. En het klinkt mis- schien gek maar ik vind altijd nog Life in the Fast Lane van The Eagles het lekkerst!