…. Toon van Asseldonk, scheidend burgemeester van de gemeente Overbetuwe.
De burgemeester gaf er de voorkeur aan om afgevaardigden van alle dorpskrantjes in een keer uit te nodigen voor een interview. De vragen komen dan ook vanuit de verschillende dorpen in de gemeente en niet alles is dan ook opgenomen in deze weergave.
Wat kunnen anderen leren van u?
‘Wat meer naar elkaar luisteren. Als burgemeester moet je wel communicatief vaardig zijn en daar hoort luisteren bij. Ik heb het idee dat ik wel goed kan luisteren…’
Wat was de aanleiding voor u om burgemeester te worden?
‘Ik ben er laat aan begonnen, was al 59 of zo. Ik wou op een bepaald moment ook maatschappelijk bezig zijn. Ik had prachtige banen gehad, veel kansen gekregen en wou ook iets terug doen voor de maatschappij. Toen ik hoorde dat Elisabeth Tuijnman wou stoppen, ben ik gaan naden- ken of dat niet iets voor mij zou zijn. Mijn partner schrok zich wezenloos, dat is toch niks voor jou op de voorgrond en feestjes en partijen, jij bent meer van snel dingen regelen zei hij… nou, soms luister ik naar hem en soms niet… Ik ben de procedure in gegaan en tot mijn eigen verrassing ben ik er doorheen gekomen. Dus zo zaten jullie ineens met deze burgemeester.’
Had u bepaalde doelen voor uzelf gesteld toen u begon? En heeft u die behaald?
‘Dat vind ik een moeilijke want je doet het nooit alleen hè? Ik vond dat we als gemeente klantgericht moeten zijn. Wij zijn in dienst van de burger en niet andersom. Civil Service vind ik een mooie term. Dat was wel een doel. En ik ben van oorsprong wel iemand die heel erg voor de economie is. Dat zat ook in de portefeuille van de vorige burgemeester, vrij ongebruikelijk trouwens, en regionale samenwerking, dat waren dingen die mij raakten toen ik dat profiel zag. Daar wou ik ook iets op bereiken en ik vind ook dat we daar heel veel in bereikt hebben. Ik ben er apetrots op dat de werkgelegenheid in de gemeente het afgelopen jaar met 1100 banen is toegenomen. Dat is 6%, meer dan het dubbele van de regio, dus dat is heel goed. En ik vond veiligheid heel belangrijk, maar eigenlijk omdat ik er niks vanaf wist. Ik heb ook in de vergadering voor de veiligheidsregio, gezegd dat het inwerkprogramma hierover beter moet.
Want je bent wel vanaf dag één verantwoordelijk voor de veiligheid en de openbare orde. Ik zal ook niet snel vergeten wat mij overkwam toen ik nog maar net een week burgemeester was. Op zaterdagmiddag, ik was lekker bezig in de tuin, werd ik gebeld over het al dan niet opleg- gen van een huisverbod, ergens waar huiselijk geweld was gepleegd. Het was ook nog in de buurt van mijn woonplaats. Zo’n besluit is best een zwaar instrument en na overleg met deskundigen besloot ik uiteindelijk dat we dat niet moesten doen. Ik ging verder in de tuin en hoorde ineens een sirene. Ik dacht meteen o nee, verkeerde besluit genomen. Gelukkig was het iets anders maar ik werd me bewust dat veiligheid ons allemaal raakt en dat ik daar niet goed in getraind was. Daar heb ik dus ook wat stappen gezet en we hebben inmiddels ook veel aan preventie misdaad gedaan. Nu hebben we als enige gemeente in Nederland! het Keurmerk Veilig Ondernemen voor bedrijfsterreinen, het centrum én het buitengebied! Dus op alle facetten.’
Heeft u ook ergens spijt van?
‘Ja zeker, nou spijt.., wel dingen die achteraf beter konden. Een van de gevoelige dossiers was of we wel of geen asielzoekerscentrum in onze gemeente zouden openen. Ik was er voorstander van maar kreeg het niet door de raad. Misschien had ik dat slimmer moeten aanpakken en er meer draagvlak voor moeten zoeken. Als ik terugkijk wordt ik daar niet blij van. Dat was wel een zoektocht als je zag wat er in Geldermalsen gebeurde en op andere plekken.. maar ik was er van overtuigd dat het hier geen enkel probleem zou zijn. We hebben het hier in Elst toch twee keer vol gehad met vluchtelingen en daarbij moest ik de mensen die wilden helpen gewoon van me af houden. Zoveel steun was er in de samenleving. Ik was helemaal niet zo benauwd voor problemen.’
Hoe staat u tegenover de agressie bij het gemeenteloket?
‘Dat vind ik onaanvaardbaar. Daar hebben we echt een zero tolerance beleid in. Je mag alles vinden en zeggen, maar je gaat mensen die je willen helpen niet schofferen. Soms mogen burgers ook wel wat meer begrip hebben voor het feit dat procedures lang kunnen duren, als overheid moet je nu eenmaal volgens de regels werken. Ik vind het wel belangrijk dat mensen meedenken, ideeën aanleveren, burgerparticipatie, daar mogen we nog wel wat stappen in zetten.’
Dat u zoveel verenigingen bezocht heeft, wordt erg op prijs gesteld..
‘Nou ja dat was voor mij nieuw zoals ik aan het begin al zei. Driehonderd eenentwintig prijzen uitreiken op de vogeltentoonstelling, naar herdenkingen gaan, koningsdag, bomen planten, carnaval noem maar op, maar ik begon het heel snel leuk te vinden. Je ziet snel dat mensen het belangrijk vinden dat de burgemeester er is en belangstelling toont. Dus als je het ook nog leuk vindt, dan kan het niet meer stuk hè? Ik heb een beetje haat liefde verhouding met carnaval, ik hou er niet van, dus elk jaar proberen al die carnavalsverenigingen me weer te verleiden voor de polonaise. Maar de laatste keer dat hier de sleutel overhandigd werd, dat is een jaarlijks ritueel op de zaterdag van carnaval, betrapte ik mezelf er op dat ik er met plezier naar toe ging! Terwijl ik dan de enige ben die niet verkleed is hè? De wethouders gaan allemaal in zo’n idioot pak, iedereen is verkleed en dan proberen ze je toch steeds een gekleurde das of zo om te hangen. Nee, sorry jongens, ik ben al verkleed. Als je dan zegt dat je het leuk vindt dan hoor je: hè hè, we hebben hem zo ver..
Wat ik belangrijk vind in dit vak, je moet durven zeggen als je ergens niet van houdt. Niet zeggen dat je het leuk vindt terwijl je het niet voelt. Mensen merken dat. Als je het leuk vindt en je geniet, laat dat dan ook zien. Als je het moeilijk vindt, zeg dat dan ook gewoon. Dan snappen de mensen je beter. Maar soms moet je ook dingen over je heen laten komen, zoals de uitnodiging door de oldtimer-trekkerclub waarbij ik in een soort van Flinstone-karretje samen met de voorzitter het terrein rond- gereden werd…
Maar zo’n carnavalsvereniging en -trekkerclub geven heel veel mensen ontzettend veel plezier, dus dat waardeer ik wel zeker.’
Trekt u uw eigen dorp wel eens voor?
‘Nee nooit! Nou ja.. als de voetbalclub van Randwijk bij een speciale gelegenheid vraagt om de aftrap te komen doen, dan wil ik er nog wel eens heen gaan, dat doe ik niet bij andere clubs. Hoewel, ik heb wel eens drie zaterdagen op het gemeentehuis zitten wachten toen Spero kampioen kon worden en het niet werd. Maar op nieuwe ontwikkelingen in mijn eigen woonplaats heb ik geen invloed. Er wordt vooral gekeken naar de haalbaarheid van plannen en wat kan en wil een dorp zelf. Draagvlak creëren door bewoners in het eigen dorp helpt heel erg om plannen voor elkaar te krijgen.
Op het gebied van woningbouw hebben we een prioriteitenlijst gemaakt. We hebben plannen voor 2500 woningen die in de gemeente gebouwd zouden kunnen worden. Maar de provincie heeft ons maar ruimte gegeven voor 1400 woningen voor de komende vier, vijf jaar. En er moet ook aan een aantal criteria worden voldaan. Bijvoorbeeld of er voldoende huurwoningen in zitten. En bij uitbreiden in het buitengebied zal de provincie niet meegaan als er alternatieven zijn met inbreiding.
Maar aan inbreiding zitten natuurlijk ook grenzen. En ik durf ook wel uit te leggen dat Elst mag verstedelijken. En als er dan een ziekenhuis moet komen, mag dat zeven of acht verdiepingen hoog worden.’
Blijft Overbetuwe onafhankelijk ondanks de regionale samenwerking?
‘Kijk, ik bedoel met regionale samenwerking niet herindelen. We moeten goede afspraken maken met Arnhem en Nijmegen over de langere ter- mijn. Blijft Overbetuwe dan zelfstandig? Ja…eh…nog een hele tijd. Gaat Overbetuwe intensiever samenwerken met Lingewaard? Dat sluit ik niet uit. Misschien is herindeling op den duur wel verstandig omdat je dan samen een gemeente bent van honderdduizend inwoners. Dan ben je een partij die meetelt.’
Hoe kunnen de dorpen ten zuiden van Elst het beste omgaan met plannen als de railterminal en plan Danenberg?
‘Zich laten horen en ook meedenken. Maar dat zie ik ook wel. Kijk, die railterminal willen wij eigenlijk ook niet want die is voor onze gemeente eigenlijk helemaal niet zo interessant.
Die is vooral interessant voor een klein aantal bedrijven in onze regio maar vooral voor de BV Nederland. En de Betuweroute ligt er nu een- maal en die raast nu door ons gebied. Het kan meerwaarde opleveren als je hier een aantal treinen kunt laten stoppen. De provincie gaat daar 30, 40 miljoen in investeren. Dat is niet in ons belang maar wel in ons belang is om er voor te zorgen dat die railterminal zodanig ingepast wordt, dat zo min mogelijk mensen daar last van hebben. Dus wij krijgen vier en een half miljoen van de provincie voor extra compenserende maatregelen om het zo aantrekkelijk mogelijk in te passen. Dus laat je horen en kom met ideeën!’
Die railterminal dreigt wel een issue te worden bij de verkiezingen. Beleeft u dat nog als burgemeester of krijgt u politieke kriebels?
‘Ik heb nooit last van politieke kriebels.. Ik ben geen politicus maar een bestuurder. Ze vragen ook nooit welke partij ik aanhang, de meeste men- sen weten dat niet eens. Overigens is dat D66..’
Hoe zou u de gemeente omschrijven als economisch geograaf?
‘Mooie vraag. In elk geval als een gemeente met veel potentie door die strategische ligging tussen de stadsregio Arnhem en Nijmegen en daar- om ook een gemeente die duidelijke keuzes moet maken. Dus het ontwikkelen van landelijk dorps gebied of het ontwikkelen van distributie- centra met dat heen en weer schuiven van dozen, maar ik zou wel durven kiezen voor een hoogwaardig vestigingsklimaat voor technologisch innovatieve kleine bedrijfjes. Die ontstaan vaak vanuit de universiteiten in de regio maar als ze gaan groeien, kunnen ze prima hier in de gemeente terecht. We hebben twee topuniversiteiten in de regio, we hebben hogescholen in de buurt. In Elst zit je op fietsafstand van de universiteiten! We zullen ook allemaal meer gebruik moeten maken van de fiets. Nu worden nog wijken gebouwd waarbij rekening wordt gehouden met auto’s maar over twintig jaar staat de fiets centraal. Op het moment dat je een auto nodig hebt kun je er een halen bij het wijkcentrum of zo. De actieradius van de fiets is veel groter geworden. Dus ik denk dat de gemeente Overbetuwe veel meer economisch innovatief potentieel heeft dan we ons nu realiseren. Maar je moet er wel voor durven kiezen om innovatie te faciliteren. Beter dan kiezen voor distributiecentra vind ik. Daar is het gebied te mooi voor. De grote steden zijn het hart van de regio en wij kunnen ruimte creëren voor groei van die bedrijfjes. En de gemeente moet ook meer nadenken om het gebruik van de fiets aantrekkelijker te maken.’
Zijn dat tips van u aan uw opvolgster?
‘Nou, via jullie dan…’
Kunnen we het ook even hebben over uw persoonlijke toekomst, u gaat in Wageningen werken?
‘Nou, werken is een groot woord, dat is een vrijwilligersbaantje en dat doe ik al langer. Wat ik nog meer ga doen weet ik nog niet. Ik werk tot 4 april. Dan ga ik met vakantie en wat ik daarna ga doen… ik weet niet of daar nou een persbericht aan gewijd moet worden… maar ik ga wel weer werken, ook betaald. Misschien als waarnemer, dat zou zomaar kunnen. Als het maar een interessante uitdaging is.’
U sluit uw afscheid af met een soort concert van Con Amore. Heeft u daar zelf ook inspraak in gehad?
‘Nou, ik heb het zelf voorgesteld. Het is natuurlijk mijn afscheidsbijeenkomst. En ik vind het wel leuk om de mensen die de moeite nemen om naar mijn afscheid te komen, ook iets te geven. Con Amore vind ik echt een geweldig orkest, ook vanwege dat jeugdorkest, Witlof. Dus ik heb gezegd dat ze mij een groot plezier zouden doen als ze bij mijn afscheid zouden optreden. Wij gaan een paar dagen na mijn afscheid op vakantie naar het zuiden van de VS, dus zouden ze een beetje Memphis en Nashville spelen, daar houd ik van. Het is in de Werenfriduskerk in Elst. Die dag, 4 april, houden we ’s middags de formele raadsvergadering in de Vluchtheuvelkerk in Zetten, die ligt daar zo prachtig.’
Hebt u als communicatietrainer ook nog een tip voor uw opvolg- ster?
‘Nou, je bent vaak de boodschapper naar de pers, dus het belangrijkste is altijd de voorbereiding. Denk goed na over wat je wilt zeggen, hoe je het wilt zeggen en laat je niet van de wijs brengen door een journalist die je allerlei andere vragen gaat stellen. Geef alleen de antwoorden die je wilt geven. Ik ga daar redelijk ver in. Al worden me nog zoveel vragen gesteld dan blijf ik gewoon vriendelijk zeggen dat ik geen antwoord geef. Je moet je er ook in laten trainen. Je hebt ook crisistrainingen. Dat is ook best pittig. En heb ook het lef om zelf het heft in handen te hou- den. Want journalisten hebben die training ook gehad.’
U zei ergens als u langer dan zes jaar op een positie zou blijven, dan zou u een last voor uw omgeving worden want u wilt sneller veranderingen dan mogelijk is. Wat wilde u hier sneller zien?
‘Nou ja, alles. Politiek is stroperig en ik vind dat je soms sneller besluiten moet nemen en niet elke keer opnieuw discussiëren. En dan heb je als burgemeester ook nog de leuke omstandigheid dat je na verkiezingen soms een compleet nieuw team kunt hebben. Maar na zes jaar heb ik dat dan wel gehad. Ik wordt ongeduldiger maar het democratisch proces moet wel z’n beslag hebben. Dus dan stap ik op…’