In de huid van……….
Van mijzelf. Zeker, daar gaan we normaal vanuit. We zeggen immers: ”Ik zit lekker in mijn vel”! Of soms FF niet zo lekker. Kan zomaar gebeuren.
Maar het is ook leuk om in de huid van een ander te kruipen. Of dat nu Sugar Lee Hooper is of Hélène Hendriks of je treedt op als tonprater of als de Lady’s of Soul, allemaal te ere van iemand die ook in een andere huid kruipt: de prinses, Ellen de eerste. En, tussen haakjes: wat deed ze dat geweldig!! Alle hoeden, steken en petten af! Het verwisselen van je outfit is al een fenomeen. Wel of niet onherkenbaar. De zaal ziet je binnen komen en vraagt zich af wie dat nu weer is. Stomverbaasd, geschrokken, verbijsterd, overdonderd, geweldig! Wat een outfit en wat een metamorfose. En dan moet het nog beginnen. Wordt het wel of geen succes. De “artiest” stapt uit de werkelijkheid om de werkelijkheid op de hak te nemen. Je alter ego kan zeggen, zingen, roepen wat hij/zij wil. Ongegeneerd kritiek uiten en mensen wijzen op hun eigenaardigheden en gewoontes. Die zo goed mogelijk uitvergroten en daarmee natuurlijk de lachers op je hand krijgen. Als “huidkruiper” je zenuwen in bedwang hou- den, de tekst uit je hoofd leren, danspasjes oefenen en je pruik in model kammen.
Voorbereidingen met een groep zijn soms zelfs al lachwekkend genoeg om succes te voelen. Het echte optreden brengt gezonde spanning. Zo zie je maar, carnaval zorgt voor plezier, ontspanning en saamhorigheid. Je moet er in geloven. Dat dan weer wel. Het kan een uitvlucht zijn, traditie, over de top, een podium geven maar vooral zorgen voor de broodnodige humor. Daarom stond er ook zoveel publiek langs de kant bij de optocht. Prachtig gemaakte wagens, getrokken door machtige tractoren die de week daarvoor wellicht nog ergens anders werden ingezet. Genieten voor jong en oud.
In je eigen huid lijken sommige dingen wat ingewikkelder. Maar of dat zo is, hangt veelal samen met wie je bent en hoe je je voelt en gedraagt. Je ontmoet wel eens iemand die eigenlijk altijd de nar is. Iemand die altijd het hoogste woord voert of iemand die juist graag op de achtergrond opereert. Met carnaval zijn we bereid nagenoeg alles van elkaar “te pikken”. In de echte wereld heb- ben we daar meer moeite mee. Dat pleit voor meer carnaval. Maar dan blijven er vast en zeker wat zaken liggen. Hoewel de carnavalswagens bol staan van de maatschappelijk relevante teksten, verwachten we niet dat de politiek opeens spij- kers met koppen gaat slaan. Sterker nog, het lijkt of de nationale “narren en narrinnen” nog een paar polonaises te gaan hebben voordat er een landelijke “prins(es)” op de Haagse wagen stapt.
Met een grote klap zitten we weer in de gewone werkelijkheid. Het carnaval is voorbij, de kostuums weer in de mottenballen, de lege fusten en kratten ingeleverd, de rommel opgeruimd en de meeste katers weer weggejaagd. Zuchtend rollen we de dagelijkse bezigheden weer uit. Alsof er niets gebeurd is. De “nephuid” hangt weer aan de wilgen. Als er maar een heel klein beetje tolerantie mee gaat naar de rest van het jaar winnen we allemaal. Dan blijft er nog genoeg te winnen maar……het begin is er. We hoeven niet alles te evalueren in dit leven. Vooruit kijken is belangrijk. Hoe ziet mijn wereld er straks uit? Wat kan en wil ik? Welke invloed heb ik? Heb ik energie genoeg om te doen wat ik wil doen? Wat heb ik nodig om dat allemaal te verwezenlijken? Maar vooral: wie heb ik daarbij nodig? Wie kan ik niet missen? Wie accepteert onvoorwaardelijk de huid waarin ik zit?
Smile