Wallaby had geen kaartje voor het festival
Het is hemelvaart en ik verheug me op vanavond de voetbalwedstrijd van AZ te gaan kijken op Europees niveau. Mijn vader is in Alkmaar geboren en opgegroeid en dat geeft toch enige verbondenheid.
Om 8 uur word ik gebeld door de meldkamer van de politie. “Er loopt een Wallaby in Nijmegen – Noord bij een muziekfestival en dreigt de open- bare weg op te springen. De Dierenambulance is al gewaarschuwd, maar een Wallaby vangen behoort niet tot hun standaardpakket. Geen dieren- arts in Nijmegen met een blaaspijp of verdovingsgeweer te vinden. Kunt u ons helpen? Of iemand anders sturen?“
Mijn tegenvraag: “Hoe dicht bij kan je komen en zit hij in de bosjes of op open veld?”
De centralist vraagt mij even aan de telefoon te blijven en ondertussen neemt hij contact op met de dienstdoende agent ter velde. “Tot een meter of tien wel te benaderen en het dier is vrij rustig”.
Dan maar geen voetbal vanavond voor mij en snel mijn verdovingsspullen bij elkaar zoeken. Mijn auto is de dag ervoor bij de garage geweest, maar ze hadden hem ’s avond weer voor de deur gezet en de sleutel in de brievenbuis gegaan, wat een gelukje was. In de leenauto had ik alleen mijn uitgebreide koffer en de blaaspijp overgeladen, maar de rest van de spullen niet.
Ik krijg een adres, daar zou de agent klaar staan en ik geef door dat ik er over 20 minuten ben.
Ik rij de opgegeven straat in en keiharde techno- muziek komt me tegemoet. Er staan enkele verkeersregelaars het verkeer tegen te houden in combinatie met grote betonblokken. Ik laat mijn raampje zakken en vertel dat ik door de politie ben opgeroepen om de Wallaby te vangen, die zonder kaartje naar binnen wil!
“De gele hesjes” springen opzij en verwijzen mij naar een groepje agenten, die 300 meter verderop staan op de dijk met daaronder de Wal- laby. Ik wordt hartelijk ontvangen en krijg instructies hoe ik het festivalterrein kan oprijden via de “artiesteningang”. Daar staan allerlei wagens, toiletten, dranghekken en een aantal ver- kopers van zakjes met wit poeder.
De Wallaby zit verscholen achter de betonblokken en gazen hek, maar is wel relaxed. Dat past wel bij de sfeer van het festival. Ik kan hem op een meter of vijf benaderen, maar hij huppelt dan toch een meter of 10 weg. Chips! Ik schat zijn gewicht, een kilo of 13 en maak een verdovingspijltje voor dit gewicht klaar.
Met blaaspijp en de slaappijl erin sluip ik maar de Wallaby toe, een mooi dier en niet echt bang.
Met en welgemikt schot blaas ik het pijltje in de schouder van het tot dan rustige dier. Maar dat bungelende pijtje bevalt hem niet een hij springt anderhalve meter de lucht in. Dan gaat hij weer even rustig zitten en geniet van de techno-mu- ziek. We krijgen net een wat rustigere dreun, beter voor de slaap.
Na 5 minuten zakt de kop op zijn borst en na 10 minuten valt de kangoeroe om en is goed te
benaderen. Ik pak hem bij zijn dikke staart samen met Ruben Marsman, die mee is om te helpen en ook een grote transport box heeft mee genomen. De Wallaby blijkt een man te zijn van een jaar of drie oud.
Eerst willen de dienders wel even met deze bijzondere arrestant op de foto. “Zet maar in de politie-groepsapp, weer een goed verhaal vanavond!” hoor ik ze elkaar vertellen. Ondertussen liggen er een stuk of 20 zakjes wit poeder op de grond na een kleine fouilleeractie van een van de handelaren die er ook bij staat te kijken….
De hopper gaat na de fotoreportage met zijn hele lange poten in de box verder slapen in de bestel- bus. We wensen de agenten even goedenacht en rijden naar de opvang in Elst. Hopelijk meldt zich de eigenaar snel!
Bij aankomst blijkt onze Wallaby al een beetje wakker en ik kijk hem nog even na. Een tegen- prikje om sneller wakker te worden en we leggen hem lekker in het stro. We nemen nog een lekker drankje op de goede afloop.
De volgende dag springt hij lekker door de wei en er is nog geen eigenaar komen opdagen!
Peter Klaver.