Tuinieren maakt geluksmomentjes
Die paar mooie weekenden voor carnaval was het echt genieten in de tuin. Het zonnetje en het aangename temperatuurtje maakte dat het ge- nieten was om buiten aan de slag te gaan. We waren de moestuin op orde aan het brengen. Ik was het woekerend onkruid zoals kweekgras en hondsdraf met de handen aan het uit plukken. Zodat de andere helft, onze zelf gemaakte com post er over kon verspreiden.
Dat klinkt heel idyllisch, maar het onkruid met de hand uit de kleigrond verwijderen is nog een hele klus. Met name bij kweekgras is het een uitda-ging. Kweekgras maakt lange worteluitlopers net onder de grond. Laat je een klein stukje zitten dan steekt het kweekgras zo weer de kop op. Het is een strijd die je eigenlijk niet kunt winnen.
Maar door hem regelmatig weg te halen houd je hem redelijk in bedwang. De jonge grassprieten kun je eten als salade en de wortels hebben een helende werking. Ik kwam zelfs een recept tegen waarmee je met de wortels bier maakt. Heel verleidelijk, maar ik sla deze uitdaging over.
Na verloop van tijd krijg ik kramp in mijn vingers van het plukken in de natte klei en de emmers met onkruid afval lijken steeds zwaarder. Het roe- pen van de buizerds en het kwetteren van de mezen, mussen en merels zijn dan een hele prettige afleiding. Daarvan krijg ik weer een glimlach op mijn gezicht.
Soms vind ik scherven van oude serviezen die vorige bewoners in de grond hebben gedumpt.
Een afvalcontainer hadden ze toen niet. Deze keer was het een scherf van een bord of schaal met een rood motief erop. En een scherf van dun porselein met een groen motief.
Ik heb de gewoonte om deze scherven te bewaren. Af en toe bekijk ik mijn eigen bodemvond- sten en dan gaat de lade weer dicht. Dat is voor mij ook weer een geluksmomentje tijdens het tuinieren.
Als afwisseling loop ik even naar de bijen. En ik kon wel een vreugde sprongetje maken. Het aangename voorjaarszonnetje scheen op de kasten en beide volken vlogen druk af en aan. In de win- ter blijven de bijen in de kast zitten en moet je ze niet verstoren door in de kast te kijken. Je weet dus niet zeker of ze nog leven en hoeveel er nog zijn. Als je ze dan ziet vliegen dan is dat een enorme opluchting.
Ondertussen was mijn partner met de compost- hoop bezig. De hoop moest omgegooid worden. Het bruikbare reeds verteerde materiaal gaat in de moestuin en het versere materiaal kan terug op de hoop. Wij hebben de composthoop in een stellage van oude pallets en schuttingplanken.
Deze pallets waren in de loop der jaren verzakt en verrot. Dus die is hij meteen aan het vernieuwen.
Zo waren we samen in de tuin aan het werk. Dan vinden we het prettig om buiten te pauzeren.
Even zitten, wat drinken en brainstormen over wat er nog gedaan moet worden in de tuin of aan het huis.
Als je dan aan het einde van de dag met een brak lijf uitkijkt op het deel van de moestuin dat “schoon” is en een flinke laag compost bevat dan krijg ik een erg tevreden gevoel.
De lathyrussen en peulen heb ik in het tuinhuis voor gezaaid. Om nog meer aan mijn tuinkriebel toe te geven heb ik wat bladstekken van blad- begonia’s gemaakt. De rest van de voorjaarskriebel moet nog even wachten. Al hoe wel. We hebben al een paar narcissen uit de tuin in een vaasje gezet. En genieten nu binnen van het voorjaar uit eigen tuin.
Ina (moes)tuiniert